Hielprik / gehoortest

Wat is de hielprik?

Op de vierde of vijfde dag na de geboorte (waarbij de dag van geboorte dag telt als dag nul) worden de hielprik en gehoorscreening uitgevoerd bij jullie thuis. Een medewerker van de JeugdGezondheidsZorg (JGZ) maakt hiervoor een afspraak met jullie. Soms wordt de hielprik gedaan in het ziekenhuis als de baby daar nog ligt. Via een hielprik neemt de medewerker bloed af bij de baby.

Wat wordt er onderzocht?

Het bloed van de hielprik wordt in een laboratorium onderzocht op 21 zeldzame ziektes, meestal stofwisselingsziekten. De meeste daarvan zijn erfelijk en komen gelukkig niet vaak voor. De meeste ziektes zijn niet te genezen, maar wel te behandelen. Bijvoorbeeld met medicijnen of een dieet. Als er sprake lijkt te zijn van een dergelijke aandoening (bij een ‘positieve uitslag’) krijg je daarvan zo snel mogelijk bericht. Heb je na drie weken nog niets gehoord, is er niets gevonden.

Zie voor meer info: ziektes die de hielprik opspoort

De gehoorscreening

De gehoorscreening meet of de aanleg van het gehoor goed is. Wanneer dat goed is, krijg je meteen de uitslag. Als de meting niet goed is, komt je kind in aanmerking voor verder onderzoek. Dit betekent niet meteen dat je baby niet kan horen. In de meeste gevallen is er niets aan de hand, maar was het oortje bijvoorbeeld door water in het oor (door badderen) verstopt.

Lees meer in de folder hielprik en gehoorscreening.